Duivelsberg en Wylerberg

Duivelsberg en Wylerberg

Duivelsberg

 

Wylerberg

De Wylerberg en de oostelijk daarvan gelegen Duivelsberg (beiden ca. 125 ha groot) liggen op de stuwwal ten oosten van Nijmegen. In het oosten valt de grens van het gebied samen met de rijksgrens. In het noorden wordt het gebied begrensd door het dorp Beek en de Rijksstraatweg. In het westen begrenzen een aantal andere terreinen, merendeels particuliere bezittingen, het gebied. In het zuiden wordt het reservaat begrensd door de Oude Kleefsebaan, de weg van Berg en Dal naar Wyler.

Het gebied heeft zijn huidige vorm gekregen tijdens de voorlaatste IJstijd (het Saalien) toen de rivierafzettingen door het dikke pak landijs omhoog werden geperst en de stuwwallen ontstonden. Bij het afsmelten van het landijs na die IJstijd werd het gebied door de erosie van het smeltwater verder gemodelleerd. De noordelijke steilrand van de stuwwal is toen ontstaan.

Het gebied bestaat voor een groot deel uit opgaand bos (vooral loofbos met een minderheid van naaldhout) met hiertussen kleine agrarische enclaves.

Weitjes stuwwal

Weitjes in de stuwwal. Foto: Jouke van der Zee

Grote delen, vooral de steile hellingen, waren ook in gebruik als boomgaard in combinatie met beweiding. In de jaren zeventig zijn diverse akkers omgezet in graslanden. Het dominante bosaspect is iets is van de afgelopen 100 jaar, daarvoor was het een open, agrarisch gebied.

Het gebied heeft onder vogelaars faam gekregen vanwege de aanwezigheid van de Middelste Bonte Specht (het waarnemen van 5 spechtensoorten behoort tot hier tot de reële mogelijkheden) en de Kortsnavelboomkruiper. Maar met enkel deze twee toppers wordt het gebied ernstig tekort gedaan.

Deels afhankelijk van het seizoen kunnen Keep, Goudvink, Appelvink en Sijs worden waargenomen. Een wandeling zonder Boomklever behoort tot de onmogelijkheden.

afwatering stuwwal

Afwatering middels kleine stroompjes. Foto: Jouke van der Zee

De mezen zijn vertegenwoordigd met zeven soorten waaronder de Zwarte Mees, de Kuifmees en de talrijke Glanskop. In het voorjaar kan een keur aan zangvogels gehoord worden en boven het bos is de kans op een leuke overtrekkende roofvogel altijd aanwezig. Aan de voet van de stuwwal waar het water zich verzameld foerageert de Grote Gele Kwikstaart.

Het zal duidelijk zijn dat zo’n speciaal gebied veel meer dan alleen vogels te bieden heeft.